Vocaal Ensemble Ammicare – concertverslag 6 dec 2014

Een heerlijk heldere zaterdag die fonkelend een nieuwe richting op wijst. Sinterklaas heeft zijn hielen gelicht en dat is, zoals de Engelsen zeggen, een “load off”. De goedheiligman heeft dit land in vertwijfeling achtergelaten. Kleine geesten hebben zich – aangevoerd door geitenwollen sokken met een weerzinwekkende ontkenning van ’s werelds echte problemen – enige weken onledig gehouden met een zinloze discussie en daarbij treffend laten zien dat hun leven min of meer leeg is. De sint kan zich met verhevener zaken gaan bezighouden en zo ook wij.

Het Duyschot bestuur laat zien dat het moed heeft door “the day after” al meteen een Kerstprogramma op het menu te zetten. Of, om het in termen van een populaire sport te zeggen, we hebben een uitdaging in de “omschakeling”. Als dat maar goed gaat.

Met gespannen verwachtingen neem ik plaats naast een innemende dame. Eerlijk gezegd weet ik het niet zo, een sopraan, mezzosopraan en een alt, daarbij een harp. Voor mijn gevoel ontbreekt er iets, maar ik heb gelukkig geleerd mijn eigen gedachten niet altijd serieus te nemen. Eerst maar eens luisteren.

Vocaal Ensemble Ammicare begint achter in de kerk met “Puer natus est”, een oud gregoriaans gezang. Al snel blijkt dat we vanmiddag de eeuwen doorgaan met kerstliederen. Een fijne gedachte. Puer natus est – Een kind is ons geboren, een zoon is ons geschonken. De heerschappij wordt op zijn schouders gelegd, en hij wordt genoemd Wonderbaar, Raadsman. Zingt een nieuw lied ter ere van God, want wonderen heeft Hij verricht. Een tekst uit Jesaja die met een psalm verbonden wordt, psalm 98 die van oorsprong bedoeld is voor de tijd vlak na het joodse paasfeest en gezongen wordt als voorteken van de verlossing van de wereld. Psalm 98 bezingt onder ramshoorn- en trompetgeschal de Koning die komt om recht en onrecht uit elkaar te slaan. Met behulp van deze psalm wordt de komst van de Koning, waar we in de Advent naar uitkijken, krachtig ondersteund. De introïtus Puer natus est is een sprekend voorbeeld van een kleurrijke ouverture die de toon zet voor de dagmis van Kerstmis. Het komt vaker voor dat een introïtus wordt gekenmerkt door een krachtige en levendige beweging. We brengen het koninklijk trompetgeschal uit psalm 98 in onze gedachten, in de meest triomfantelijke modus met de kwintsprong op Puer, een Kerstwoord bij uitstek, en laten ons meevoeren door onze musici die de heerschappij, het imperium van dit Kind, op waardige wijze bezingen.The Nativity Icon.jpg

Het valt mij meteen op hoe mooi de stemmen van dit trio zijn en evenzo hoe mooi die zich met elkaar mengen. Er zijn sopranen die met hun stem met gemak uw tandhalzen klieven, of uw trommelvliezen reduceren tot een armzalige puinhoop waar zelfs Duitse KNO artsen geen raad meer mee weten. Zo niet bij Henny de Snoo! Zij bezit een weelderige en weldadige sopraanstem waar je alleen maar méér van wilt horen! Maar evenzeer hulde voor Annemarie Verburg en Pieter van Breugel. Zij doen helemaal niet onder voor hun collega.

“Alle Psallite” is een anoniem driedelig Latijns motet uit de vroege 13e eeuw. Het werd opgenomen in de Montpellier Codex en wordt verondersteld te zijn ontstaan in Frankrijk. De teksten zijn gebaseerd op het woord Alleluia.

“Hodie Christus natus est” – Claudio Giovanni Antonio Monteverdi (Cremona, 15 mei 1567 – Venetië, 29 november 1643) was een Italiaans componist, dirigent en oorspronkelijk ook werkzaam als violist en zanger. Monteverdi’s werk markeert de overgang van renaissance- naar barokmuziek. Hij was een groot – en in zijn tijd geëerd – musicus. Na een lange periode van vergetelheid wordt hij nu weer volop uitgevoerd. De door Monteverdi geschreven opera’s worden algemeen erkend als de onmiskenbare hoogtepunten waarmee de canon van de Westerse opera begint. Zijn versie van een middeleeuwse parafrase van Lukas 02:11, 13-14 en Psalm 33: 1 is een pareltje in de Duyschot akoestiek. Ik bespeur enig kippenvel op mijn rug.

“Es ist ein Ros Entsprungen” – de meest bekende zetting van het lied is van Michael Praetorius, die het in 1609 componeerde. De melodie stamt echter vermoedelijk uit 1599, althans uit dat jaar stamt de oudst bekende versie, namelijk die van het Speyerer Gesangbuch (voluit: Alte Catholische Geistliche Kirchengeseng auf die fürnemste Feste). Deze versie had maar liefst 23 strofen. Ook in Nederland bestaan een katholieke en een protestantse versie van het lied. De tekstverschillen zijn voornamelijk terug te voeren op de plaats die Maria binnen beide geloofsrichtingen inneemt. Oorspronkelijk stond de roos symbool voor Maria, zoals ook uit de oorspronkelijke tekst blijkt. In het lied wordt gezinspeeld op de tekst van de profeet Isaïas (Jesaja) 11:1: “En er zal een rijsje voortkomen uit de tronk van Isaï en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen”. De drie coupletten worden erg mooi, kwetsbaar ook in positieve zin, uitgevoerd, mijn kippenvel is voor het komende uur chronisch en mijn buurvrouw verzucht dat ze de andere 20 verzen ook wil horen. Daar kan ik alleen nog maar mee instemmen!

“O kindeke klein” – wordt terecht in het Duits gezongen – in een aangepaste 3 stemmige harmonisatie van de onvolprezen Johann Sebastian Bach – “O Jesulein süß”. Hier blijkt maar weer eens hoe volmaakt de harmonisaties zijn van de inmiddels hemelse componist, organist, klavecinist, violist, muziekpedagoog en dirigent – je kunt met gemak een stem weglaten en dan klinkt het nóg indrukwekkend! Dit lied ontroert altijd!

“Ríu Ríu Chíu”, ook als Ríu Chíu bekend, is een Spaanse villancico dat een wat eigentijdse bekendheid als kerstlied heeft bereikt. De Villancico wordt door sommige bronnen toegeschreven aan Mateo Flecha, die in 1553 stierf. Het lied heeft ook een sterke gelijkenis met een andere villancico, de Falalanlera, door Bartomeu Càrceres, een Catalaanse componist. Het lied is bekend uit één enkele bron, de Cancionero van Upsala, gepubliceerd in 1556 in Venetië. De lettergrepen ríu ríu chíu worden vaak gezien als het lied van een nachtegaal maar lijken geschikter als de roep van een ijsvogel. Het lied wordt met slagwerk begeleidt door Pieter van Breugel en dat gaat hem uitstekend af!

“Noël” van Gounod nu eens niet met sopraan, koor en orgel – maar door Ammiccare! Zowaar een feest, niet in de laatste plaats door het sprankelende spel van de harpiste Masja Koperberg!

Ook in het “vers le source dans le bois” van Marcel Tournier laat Masja puik en fijnzinnig spel horen! Tournier’s impressionistisch stuk (bij de bron in het woud) schreef hij in 1922. Karakteristiek gecomponeerd voor harp, met vloeiende arpeggio’s en andere bekende harpeffecten. Een beroemde miniatuur, briljant geschreven! Masja suggereert in haar inleiding dat we hierbij ook kunnen denken aan dwarrelende sneeuwvlokken en daar heeft ze zeker een punt! Ik heb de vlokken zien dwarrelen in gedachten!

Guadete – In Dulci Jubilo – Good King Wenceslas uit de Piae Cantiones.
Piae Cantiones – ecclesiasticae et scholasticae veterum episcoporum – in het Engels vrome kerkelijke- en school liederen van de oude bisschoppen – is een verzameling van laatmiddeleeuwse Latijnse liederen voor het eerst gepubliceerd in 1582. De verzameling werd samengesteld door Jacobus Fins (Latijnse vorm) of Jaakko Suomalainen (Finse vorm), een geestelijke, die directeur was van de kathedraalschool in Turku. De publicatie was van Theodoricus Petri rutha van Nyland (Zweedse vorm) of Uusimaa (Finse vorm), die vanaf ongeveer 1560 tot ongeveer 1630 daar gewoond heeft. Hij kwam uit een aristocratische familie in Finland en werd opgeleid in Rostock. De collectie Piae Cantiones werd gepubliceerd in Greifswald (deel van het Zweedse grondgebied 1648-1815, maar nu in Duitsland) en omvat 74 Latijn en Zweeds / Latijnse liederen die werden gezongen in de Finse kathedraal scholen, voornamelijk in Turku. De meeste liederen zijn religieus van aard, maar sommige zijn seculier. De teksten in de collectie laten ook het gematigde karakter van de protestantse Reformatie in Zweden zien. Veel exemplaren dragen nog steeds sterke sporen van de cultus van de Maagd Maria (bijv. Ave Maris Stella).

De term ‘Gaudete’ is ontleend aan een vers uit de Brief van Paulus aan de Filippenzen (4:4), waarin de apostel Paulus de gemeenschap oproept tot vreugde: Gaudete in Domino semper. Iterum dico: Gaudete! Laat de Heer uw vreugde blijven. Ik zeg u nogmaals: wees altijd verheugd! (Nieuwe Bijbelvertaling)

“In dulci jubilo” is een 14e-eeuws kerstlied. De tekst wordt toegeschreven aan de Duitse mysticus Heinrich Seuse en het jaar van ontstaan is waarschijnlijk 1328. Kenmerkend aan het lied is de ongewone afwisseling van Latijn en middeleeuws Duits. Uit de kringen van de Devotio Moderna zijn ook Nederlands-Latijnse varianten bekend, onder meer polyfone composities uit handschriften van de vijftiende eeuw.

Good King Wenceslas is een Engels kerstlied over Wenceslaus de Heilige (928–935). De tekst van het lied is in 1853 geschreven door John Mason Neale en handelt over Wenceslaus die op de feestdag van Stefanus (op 26 december, Tweede Kerstdag) een man hout ziet sprokkelen en hem een aalmoes wil geven. Zijn page, jongen, wil opgeven en heeft het moeilijk met de kou, maar volgt Wenceslaus iedere stap. Het lied verscheen voor het eerst in Carols for Christmas-Tide. Voor de melodie werd het 13e-eeuwse Tempus adest floridum gebruikt. Deels met tamboerijn begeleid door Pieter van Breugel klonken deze liederen authentiek en fris, complimenten!

“Dancing Day” – John Rutter (Londen, 24 september 1945) is een Brits componist, organist en koordirigent. Hij schrijft hoofdzakelijk composities voor koren. Hij ging in Londen samen met de componist John Tavener naar de Highgate School. Nadien ging hij muziek studeren aan Clare College, Cambridge. Aldaar dirigeerde hij van 1975 tot 1979 het collegekoor en was in die functie ook organist. In 1981 richtte hij de Cambridge Singers op, dat hij spoedig tot een van Engelands beste kamerkoren maakte. Rutter is verder bekend door zijn medewerking aan muziekuitgaven zoals Carols for Choirs (in samenwerking met David Willcocks) en Oxford Choral Classics. Ook richtte hij een eigen platenlabel op, Collegium Records. Hoewel hij niet religieus is, schrijft Rutter voornamelijk kerkmuziek, maar hij heeft ook muziek bij vertellingen gecomponeerd (muzikale fabels). Hij heeft zowel meer klassieke werken geschreven, zoals een Gloria, een Magnificat en een Requiem als werken voor de Anglicaanse liturgie, waaronder vooral anthems en een aantal carols. Zijn stijl is eclectisch: hij gebruikt invloeden uit de Engelse, Franse en Duitse koortradities, met enige sporen van popmuziek en jazz. Dit laatste blijkt vooral uit zijn gebruik van asyncopische ritmes. Het heeft hem de kritiek opgeleverd dat zijn composities te simplistisch en te traditioneel zouden zijn. Rutter heeft inderdaad bijvoorbeeld Engelse traditionals als The keel row en The willow tree gearrangeerd, maar hij voerde ook als een van de eerste dirigenten de oorspronkelijke versie voor kleine bezetting uit van Gabriel Fauré’s Requiem. Nuancering gewenst dus.

“Silent night” – Jonathan Rathbone was koorzanger bij Coventry Cathedral en later “choral scholar” bij Christ’s College in Cambridge. Een choral scholar is een student, hetzij bij een universiteit of een particuliere school die een beurs ontvangt in ruil voor het zingen in de school of universiteit koor. Dit is een gangbare praktijk in het Verenigd Koninkrijk op scholen verbonden aan kathedralen, waar het koor meestal het Cathedral Choir heet, en bij Oxford en Cambridge University Colleges, waarvan vele beroemde koren hebben. Zijn “silent night” is populair gezien het aantal uitvoeringen. De oorspronkelijke tekst werd in het Duits geschreven door Joseph Mohr. De Oostenrijkse componist Franz Gruber schreef de melodie. Deze melodie is inmiddels iets veranderd. Het lied is in meer dan 40 talen vertaald en uitgevoerd door ruim 300 artiesten, hiermee is het wereldwijd één van de meest populaire liederen aller tijden. Het lied wordt vaak zonder of met minimale muzikale begeleiding gezongen.

Het concert van vanmiddag was zonder meer bijzonder geslaagd! Vocaal Ensemble Ammicare boeit van begin tot eind en dat geldt ook voor hun charmante toelichtingen! Het bovengemiddeld aantal bezoekers heeft absoluut genoten, de reacties waren buitengewoon positief! Henny, Annemarie, Pieter en Masja, zéér veel dank!

Peter Taams. algemeen adjunct – interim voorzitter