Concertverslag Basilius College – zaterdag 25 april 2015

Het is zaterdag 25 april en het weer is minder confronterend dan onze vrinden van het KNMI gedacht hadden. Om half drie betreed ik de Dorpskerk en constateer dat mijn gewaardeerde collega reeds ter plekke is en het Basilius college zwermt ook al door de kerk. Eerste teleurstelling meteen maar wegslikken, Bas Ramselaar stelt zich voor en hij heeft een stem waarbij je meteen hoopt dat hij gaat zingen, maar hij dirigeert vanmiddag. De kerk zit lekker vol, bijna 100 bezoekers!

Johann Bach – motet “Unser leben ist ein schatten”

Johann Bach (26 november 1604 – begraven 13 mei 1673) is het oudste lid van de beroemde Bach-familie dat zich bezighield met muziek. Zijn werk werd overschaduwd door de ontberingen veroorzaakt door de Dertigjarige Oorlog en de niet minder moeilijke jaren die volgden. Hij was een oudoom van Johann Sebastian Bach. Johann Bach werd geboren te Wechmar, als zoon van Johannes Bach. Hij was een broer van Christoph Bach en Heinrich Bach. In 1635 werd hij organist te Schweinfurt. Vervolgens vestigde hij zich als organist te Erfurt.

De inname van Maagdenburg in 1631 staat symbool voor de verwoestingen tijdens de oorlog.
De inname van Maagdenburg in 1631 staat symbool voor de verwoestingen tijdens de oorlog.

Hij huwde in 1636 met de oudste dochter van zijn leraar; zij stierf echter binnen een jaar. In 1637 trouwde Bach opnieuw, ditmaal met Hedwig Lämmerhirt. Hun kinderen volgden allemaal een carrière in de muziek, als stadsmuzikant, dirigent, of kerkorganist. De familie Bach beheerste gedurende honderd jaar het muzikale leven van Erfurt. Het motet wat nu gezongen is wordt ook wel toegeschreven aan Johann Michael Bach.

De Dertigjarige Oorlog (1618–1648) was een grootschalig conflict waar de meeste Europese mogendheden bij betrokken waren. Hoofdoorzaak was niet machtslust, maar de spanningen tussen katholieke en gereformeerde staten. De oorlog woedde voornamelijk in het Heilige Roomse Rijk, de Spaanse Nederlanden, Noord-Spanje en Noord-Italië. Ook waren er zeeslagen op de Middellandse Zee en in de Golf van Biskaje.

Het conflict begon toen de katholieke staten Spanje en Oostenrijk de gereformeerde staten in het noorden van het Heilige Roomse Rijk veroverden (Boheems-Paltse en Noord-Duitse/Deense fase). Zweden maakte dit ongedaan (Zweedse fase). Frankrijk veroorzaakte een nieuwe fase (Franse fase) om Spanje en Oostenrijk te verzwakken, wat ruimschoots lukte (Spaanse en eindfase). De Vrede van Westfalen bracht een einde aan de oorlog.

Keizer Ferdinand II, die de oorlog uitlokte die 30% van de Duitstaligen het leven kostte.

De oorlog veranderde de geo-politieke situatie in Europa voorgoed. De omsingeling van Frankrijk door Habsburgse bezittingen (koningschap over het Heilige Roomse Rijk, heerschappij over Oostenrijk en Spanje) werd doorbroken. De Habsburgers verloren hun dominante positie in Europa; de banden tussen de 360 staten in het Heilige Roomse Rijk werden nog losser, Spanje verloor Portugal en delen van de Zuidelijke Nederlanden. Er werd een Franse dominantie gevestigd die standhield tot in de 19e eeuw. Engeland kon door de Engelse Burgeroorlog amper deelnemen.

Tegelijkertijd was de oorlog een diplomatieke mijlpaal. Ze begon als de laatste godsdienstoorlog in Europa, maar diende ook het streven naar een machtsevenwicht (in dit geval door de inperking van de Habsburgse macht). Voortaan speelde in de Europese oorlogen het principe “machtsevenwicht” een grote rol. Ook diplomatieke onderhandelingen en gebruiken, soevereiniteit en niet-inmengingsbeginsel werden gemeengoed.

Ook op militair vlak had de oorlog grote invloed. Er werd immers vooral met huurlegers gevochten, die voornamelijk door plunderingen aan de kost kwamen. Tegelijkertijd werd echter de ontwikkeling naar staande legers ingezet, wat bevoorrading, scholing en militaire politie vereiste. Soldaten moesten gedisciplineerd zijn en op beschaafdere wijze omgaan met de bevolking. Volgens de laagste schattingen kostte deze oorlog aan 6 van de ongeveer 20 miljoen Duitsers het leven. Andere schattingen gaan tot 12 miljoen slachtoffers.

De oorlog stond ook in het teken van de neiging der Europese vorsten om in hun land het absolutisme op te leggen. De staten in het Heilige Roomse Rijk beletten hun keizer dit door mee te vechten tegen hem, zelfs de katholieke staten (het keurvorstendom Beieren voorop). De Franse regent Richelieu slaagde er wel in dit in Frankrijk door te drukken. Het Engelse absolutisme eindigde daarentegen met de onthoofding van koning Karel.

Ten slotte ontstonden toen oorzaken voor latere oorlogen in de Nederlanden. Spanje kon de Zuidelijke Nederlanden niet meer voldoende verdedigen, zeker niet tegen het oppermachtige Frankrijk. Om de Franse oostgrens te verschuiven tot aan de Rijn (Rijn-Alpen-Pyreneeëndoctrine) zou Frankrijk meermaals binnenvallen (Devolutieoorlog, Hollandse Oorlog, Tweede Frans-Spaanse Oorlog, Negenjarige Oorlog, Spaanse Successieoorlog). Bovendien groeide Engeland tijdens de Dertigjarige Oorlog uit tot maritieme grootmacht, waardoor het eveneens in botsing zou komen met de Republiek (Engels-Nederlandse Oorlogen).

Een deel van de Dertigjarige Oorlog speelde zich af in de Zuidelijke Nederlanden. De Republiek hervatte meteen na het Twaalfjarig Bestand de vijandigheden tegen Spanje weer aan (1621); voor de Republiek was de Dertigjarige Oorlog de voortzetting van de Tachtigjarige Oorlog. Net zoals andere protestantse staten sloot ze zich aan bij Frankrijk, nochtans een katholieke staat. Spanje sloeg het beleg rond Bergen-op-Zoom en rond Breda; de Republiek hielp bij het beleg van het calvinistische La Rochelle. De Republiek heeft verder enkel in de Zuidelijke Nederlanden gevochten. De Vlamingen en de Duinkerker kapers verzetten zich tegen de Nederlandse invasies, maar verloren grote gebieden: Maastricht 1632, Breda 1637 en Hulst 1645. Frankrijk viel vanuit het zuiden binnen en veroverde o.a. Artesië, Duinkerke en delen van Frans-Vlaanderen. Pas in 1658 beëindigde Frankrijk hier haar veldtochten (Vrede van de Pyreneeën). Frankrijks aanvallen leidden tot de ontstedelijking en het economische verval van Vlaanderen (tot ca. 1960). De Republiek hield aan de Dertigjarige Oorlog definitieve erkenning als onafhankelijke staat door Spanje over. Ze verbrijzelde hiermee echter ook de droom tot hereniging met de Zuidelijke Nederlanden.

Een tijd waarin je leven inderdaad een schaduw was, hoewel? Is er nou zo veel veranderd?

Johann Bach overleed op 68-jarige leeftijd te Erfurt, waar hij op 13 mei 1673 werd bijgezet. Van Johann Bach zijn slechts weinig werken bewaard gebleven. Zijn achterneef J.S. Bach bracht ze bijeen in het “Altbachischen Archiv”.

Johann Michael Bach

– Das Blut Jesu Christi – Fürchtet Euch nicht

Johann Michael Bach (Arnstadt, 9 augustus 1648 – Gehren, 17 mei 1694)

Johann Michael Bach (Arnstadt, 9 augustus 1648 – Gehren, 17 mei 1694) was een Duits componist en organist. Hij was de broer van de grote en expressieve componist John Christoph Bach en de schoonvader van Johann Sebastian Bach. Hij was de vader van Maria Barbara Bach (1684-1720) en een verre bloedverwant van Johann Sebastian Bach. Hij was al jaren dood, toen deze twee in 1707 in het huwelijk traden. Johann Michael werd, evenals zijn broer Johann Christoph Bach (1642-1703), in de familie Bach zeer gerespecteerd om zijn muzikale kwaliteiten.

In Gehren was hij instrumentbouwer en bekleedde hij de positie van stadsorganist en ambtenaar. Uit zijn composities blijkt dat hij een voorkeur had voor koorwerken en in het bijzonder motetten die soms van hoge kwaliteit zijn. Het motet was in die tijd een compositie voor koor met een bijbelse of koraaltekst. Dat zien we onder andere in het dubbelkorige motet “Fürchtet euch nicht”: de Hemelse Heerscharen verkondigen aan de herders in het veld dat Christus is geboren.

Orgel: Christ lag in Todesbanden BWV 718

Een vroeg orgelwerk van Johann Sebastian Bach. Mogelijk componeerde hij het werk tijdens zijn organistschap in Arnstadt (1703-1707) of Mühlhausen (1707-1708). De compositie is zeker beïnvloed door Georg Böhm en door de Noord Duitse koraalfantasia zoals deze gecultiveerd werd door Heinrich Scheidemann, Dietrich Buxtehude en anderen. Bij de tweestemmige bewerking van de eerste twee melodieregels maakt Bach gebruik van een ostinato ritornel (herhalingsthema) in de onderstem. In de volgende regels voegt Bach meer begeleidende stemmen toe.

Johann Christoph Bach (1642-1703)

Die Gerechte, ob er gleich rechtzeitig stirbt – Fürchte Dich nicht, denn Ich hab Dich erlöst – Herr, nun lässet Du deiner Diener

Johann Christoph Bach (Arnstadt, 8 december 1642 – Eisenach, 31 maart 1703)

Johann Christoph Bach (Arnstadt, 8 december 1642 – Eisenach, 31 maart 1703) was de zoon van Heinrich Bach en de broer van Johann Michael Bach. Hij is met Johann Sebastian Bach, Johann Christian Bach en Carl Philipp Emanuel Bach een van de beroemdste componisten uit de componistenfamilie Bach.

Hij was organist in Arnstadt, Eisenach en Ohrdruf. Een van zijn bekendste werken is de kantate “Meine Freundin du bist schön”, gebaseerd op het Hooglied. Dit werk en diverse andere werken van de Bachfamilie zijn opgenomen in het “Altbachische Archiv”, een verzameling die Johann Sebastian Bach samengesteld heeft. Dit archief is in 1999 herontdekt, nadat het jarenlang achter het ijzeren gordijn verloren was gewaand.

“Wat ben je mooi, mijn lief, wend je ogen van mij af, want ze vervullen mij met verlangen. O, dat ik jou, mijn broeder, buiten mocht ontmoeten en je mocht kussen, zonder dat de mensen de spot met mij zouden kunnen drijven.

Mijn vriend, kom naar je tuin. O, dat ik jou, mijn broeder, buiten mocht vinden en je mocht kussen, mijn vriend, mijn broeder. Mijn vriend, kom naar je tuin.”

Mooi om te zien dat in die tijd de liefde tussen mensen net zo intens bezongen werd als de liefde van en tot God.

Orgel: Erbarm Dich mein, o Herre Gott BWV 721

Een stuk waarvan zowel Henk van Zonneveld als ikzelf twijfelen of dit wel van J. S. Bach is. Een smekend traag stuk met repeterende akkoorden. Gelukkig versiert Henk de uitkomende melodie en dat doet hij fantastisch! Zó hoor je dit te spelen!

Johann Ludwig Bach (1648-1694) – twee motetten

Unsere Trübsal – Das ist meine Freude

Johann Ludwig Bach (4 februari 1677 te Thal bij Eisenach – 1 mei 1731 te Meiningen)

Het kan niet aan de man liggen maar zowel in ons programma als op internet staan foutieve geboortedata. Johann Ludwig Bach (4 februari 1677 te Thal bij Eisenach – 1 mei 1731 te Meiningen) was een Duits componist en violist.

Als oudste zoon van Johann Jacob Bach was hij een telg van de muzikale Bach-familie. Over zijn opleiding is vrijwel niets bekend, maar waarschijnlijk werd hij door zijn vader in de muziek ingewijd. Hij doorliep het Gymnasium van Gotha. Hij verbleef het grootste deel van zijn leven in Meiningen, waar hij achtereenvolgens hofmusicus (1699), cantor (1703) en kapelmeester (1711) was. Dit levert hem vandaag de bijnaam Meininger Bach op. Hij ondernam tevens een poging om een aanstelling als cantor in Eisenach te verkrijgen, maar deze was niet succesvol.

Johann Ludwig schreef een vrij groot aantal vocale werken, naast een aanzienlijk deel orkestmuziek dat bijna volledig verloren is gegaan. Dat zijn vocale muziek overleeft is grotendeels te danken aan Johann Sebastian Bach, die in 1726 te Leipzig, naast twee missen, ook 18 van zijn cantates opvoerde. De cantate Denn du wirst meine Seele werd lang beschouwd als een werk van Johann Sebastian (BWV-15).

Het voelt als heiligschennis, maar in dit verslag schrijven we niet over Johann Sebastian Bach. Dat hebben we al erg uitgebreid gedaan en doen we graag een volgende keer weer.

Dit concert was werkelijk een prachtige uitvoering van de genoemde werken. Het Basilius college is een lust voor het oor en zeker mag dit kamerkoor ook gezien worden! Onvergetelijk en zeker voor herhaling vatbaar! Ik citeer de voorzitter van het Basilius college, Tjjalling Roosjen: ” Zeg het hele bestuur van Duyschot graag nog een keer dank voor de zeer prettige ontvangst en het dankbare podium vanmiddag! Ik heb de nodige handen geschud na afloop, maar het kan nog maar eens gezegd zijn.”

Labels: