Trio Ammiccare: kerstprogramma – 6 december 2014

Aanvang van het concert: 16.00 uur.

Ammiccare is een vocaal ensemble van drie zangers; Henny de Snoo – sopraan, Annemarie Verburg – mezzosopraan, Pieter van Breugel – alt.

Met een vleugje humor wordt het verhaal achter de muziek tot leven gebracht. Niet alle muziek leent zich hiervoor, maar daar waar het trio de kriebels krijgt, zult u dat zeker merken. Alle stijlen zijn in het repertoire vertegenwoordigd; van middeleeuws en renaissance tot pop en jazz.

Het ensemble zingt regelmatig tijdens kerkdiensten, concerten, alsook als ‘muzikaal intermezzo’ tijdens lezingen, diners, feesten, en andere gelegenheden. De drie gepassioneerde ensemblezangers hebben een klassieke zangopleiding genoten en zingen met enige regelmaat in andere (professionele) ensembles en koren. Daarnaast zijn ze ook alle drie als solist en zangdocent actief.

Aanvang van het concert: 16.00 uur.

Ammiccare is een vocaal ensemble van drie zangers; Henny de Snoo – sopraan, Annemarie Verburg – mezzosopraan, Pieter van Breugel – alt.

Met een vleugje humor wordt het verhaal achter de muziek tot leven gebracht. Niet alle muziek leent zich hiervoor, maar daar waar het trio de kriebels krijgt, zult u dat zeker merken. Alle stijlen zijn in het repertoire vertegenwoordigd; van middeleeuws en renaissance tot pop en jazz.

Het ensemble zingt regelmatig tijdens kerkdiensten, concerten, alsook als ‘muzikaal intermezzo’ tijdens lezingen, diners, feesten, en andere gelegenheden. De drie gepassioneerde ensemblezangers hebben een klassieke zangopleiding genoten en zingen met enige regelmaat in andere (professionele) ensembles en koren. Daarnaast zijn ze ook alle drie als solist en zangdocent actief. M Lees verder…

    Orgelconcert door Pieter van Dijk op 8 november 2014 – 16:00 uur

    Pieter van Dijk (1958) is organist van de Grote Sint Laurenskerk in Alkmaar en stadsorganist van Alkmaar. Zijn orgelopleiding ontving hij van Bert Matter aan het Conservatorium in Arnhem. Hij vervolgde zijn studie bij Gustav Leonhardt, Marie-Claire Alain en Jan Raas. Op de internationale orgelconcoursen in Deventer (1979) en Innsbruck(1986) behaalde hij prijzen.

    Als docent voor het hoofdvak orgel is hij verbonden aan het Conservatorium van Amsterdam en de Hochschule für Musik und Theater in Hamburg. Hij is één van de artistieke leiders van het Orgelfestival Holland.

    Op het Duyschotorgel brengt hij werken ten gehore van Franz Tunder (1614-1667), Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) o.a. Mein junges Leben hat ein Endt en natuurlijk ook van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Van de laatste componist staat op het programma:  Sonate in d-moll BWV 527, Nun komm’ der Heiden Heiland BWV 659 en Praeludium et Fuge in G-dur BWV 541.

    Wilhelm_Friedemann_Bach

    Bach schreef zijn BWV 541 voor zijn zoon Wilhelm Friedemann die het speelde op een proefspel voor de Sophienkirche in Dresden. Na zijn studie aan de universiteit van Leipzig werd Wilhelm Friedemann in 1733, op voorspraak van zijn vader (die zelfs de sollicitatiebrief van zijn zoon schreef), organist van de lutherse Sophienkirche in Dresden. In de kerk bevond zich een beroemd Silbermann-orgel, dat door zijn vader was ingespeeld. Voor het proefspel van zijn oudste zoon maakte Bach-senior een nieuwe versie van zijn reeds in Weimar gecomponeerde Praeludium et Fuga in G (BWV 541). Uit voorzorg noteerde Bach Senior ‘Vivace’ (levendig) bij het begin van het Praeludium.

    De sfeer aan het katholieke hof in Dresden, waar sinds 1733 een nieuwe keurvorst August III de scepter zwaaide, was in veel opzichten anders dan in het protestantse Leipzig. Kenmerkten kunst en cultuur zich in de Leipziger burgersamenleving door een bepaalde mate van ingetogenheid, in Dresden was het vorstelijke luister alom. Veel van zijn symfonieën, kamer- en klavierwerken dateren uit deze tijd. De alles overheersende rol van de vader blijkt telkens weer; hij zocht een drukker voor composities van zijn zoon.

    Pieter van Dijk (1958) is organist van de Grote Sint Laurenskerk in Alkmaar en stadsorganist van Alkmaar. Zijn orgelopleiding ontving hij van Bert Matter aan het Conservatorium in Arnhem. Hij vervolgde zijn studie bij Gustav Leonhardt, Marie-Claire Alain en Jan Raas. Op de internationale orgelconcoursen in Deventer (1979) en Innsbruck(1986) behaalde hij prijzen.

    Als docent voor het hoofdvak orgel is hij verbonden aan het Conservatorium van Amsterdam en de Hochschule für Musik und Theater in Hamburg. Hij is één van de artistieke leiders van het Orgelfestival Holland.

    Op het Duyschotorgel brengt hij werken ten gehore van Franz Tunder (1614-1667), Jan Pieterszoon Sweelinck (1562-1621) o.a. Mein junges Leben hat ein Endt en natuurlijk ook van Johann Sebastian Bach (1685-1750). Van de laatste componist staat op het programma:  Sonate in d-moll BWV 527, Nun komm’ der Heiden Heiland BWV 659 en Praeludium et Fuge in G-dur BWV 541.

    Wilhelm_Friedemann_Bach

    Bach schreef zijn BWV 541 voor zijn zoon Wilhelm Friedemann die het speelde op een proefspel voor de Sophienkirche in Dresden. Na zijn studie aan de universiteit van Leipzig werd Wilhelm Friedemann in 1733, op voorspraak van zijn vader (die zelfs de sollicitatiebrief van zijn zoon schreef), organist van de lutherse Sophienkirche in Dresden. In de kerk bevond zich een beroemd Silbermann-orgel, dat door zijn vader was ingespeeld. Voor het proefspel van zijn oudste zoon maakte Bach-senior een nieuwe versie van zijn reeds in Weimar gecomponeerde Praeludium et Fuga in G (BWV 541). Uit voorzorg noteerde Bach Senior ‘Vivace’ (levendig) bij het begin van het Praeludium.

    De sfeer aan het katholieke hof in Dresden, waar sinds 1733 een nieuwe keurvorst August III de scepter zwaaide, was in veel opzichten anders dan in het protestantse Leipzig. Kenmerkten kunst en cultuur zich in de Leipziger burgersamenleving door een bepaalde mate van ingetogenheid, in Dresden was het vorstelijke luister alom. Veel van zijn symfonieën, kamer- en klavierwerken dateren uit deze tijd. De alles overheersende rol van de vader blijkt telkens weer; hij zocht een drukker voor composities van zijn zoon.

      Concertimpressie Radio Antiqua – zaterdag 4 oktober 2014

      Het was vandaag mooi weer en ik was gastheer van Radio Antiqua bij de Stichting Duyschot Concerten waar dit ensemble om 16:00 concerteerde. Radio Antiqua bestaat uit jonge internationale muzikanten die oude muziek spelen op historische instrumenten. Deze mensen zijn niet alleen professioneel maar ook zeker charmant!

      I – Als eerste de sonata La Foscari van Giovanni Legrenzi. Giovanni Legrenzi (Bergamo, 12 augustus 1626 – Venetië, 26 mei 1690) was een Italiaans componist en dirigent. Zijn vader, Giovanni Maria Legrenzi, was een professioneel violist en tot op zekere hoogte een componist. Legrenzi had twee broers en twee zussen, één van zijn broers, Marco, was een getalenteerd muzikant, maar hij kwam al vroeg te overlijden. Legrenzi is een typisch voorbeeld van een autodidact. Het componeren leerde hij zichzelf aan en de meeste composities schreef hij dan ook gewoon thuis. Legrenzi had zijn eerste betrekking in Bergamo als organist in de Santa Maria Maggiore, een prachtige kerk met een beroemde muzikale geschiedenis. Na zijn priesterwijding in 1651 werd hij benoemd tot inwoner-kapelaan van deze kerk. Hoewel hij actief betrokken bleef bij de muziek en zelfs de titel van eerste organist kreeg in 1653, werd Maurizio Cazzati benoemd tot kapelmeester. De eerste publicatie van Legrenzi’s muziek verscheen in 1654. Zijn benoeming tot organist was aanvankelijk omstreden, omdat hij betrokken was bij een gokschandaal. Deze sonate is een mengeling van melancholie en getemperde vrolijkheid – in onze Duyschot ruimte heerlijk om te horen!

      Het was vandaag mooi weer en ik was gastheer van Radio Antiqua bij de Stichting Duyschot Concerten waar dit ensemble om 16:00 concerteerde. Radio Antiqua bestaat uit jonge internationale muzikanten die oude muziek spelen op historische instrumenten. Deze mensen zijn niet alleen professioneel maar ook zeker charmant!

      I – Als eerste de sonata La Foscari van Giovanni Legrenzi. Giovanni Legrenzi (Bergamo, 12 augustus 1626 – Venetië, 26 mei 1690) was een Italiaans componist en dirigent. Zijn vader, Giovanni Maria Legrenzi, was een professioneel violist en tot op zekere hoogte een componist. Legrenzi had twee broers en twee zussen, één van zijn broers, Marco, was een getalenteerd muzikant, maar hij kwam al vroeg te overlijden. Legrenzi is een typisch voorbeeld van een autodidact. Het componeren leerde hij zichzelf aan en de meeste composities schreef hij dan ook gewoon thuis. Legrenzi had zijn eerste betrekking in Bergamo als organist in de Santa Maria Maggiore, een prachtige kerk met een beroemde muzikale geschiedenis. Na zijn priesterwijding in 1651 werd hij benoemd tot inwoner-kapelaan van deze kerk. Hoewel hij actief betrokken bleef bij de muziek en zelfs de titel van eerste organist kreeg in 1653, werd Maurizio Cazzati benoemd tot kapelmeester. De eerste publicatie van Legrenzi’s muziek verscheen in 1654. Zijn benoeming tot organist was aanvankelijk omstreden, omdat hij betrokken was bij een gokschandaal. Deze sonate is een mengeling van melancholie en getemperde vrolijkheid – in onze Duyschot ruimte heerlijk om te horen! M Lees verder…